Bambi

12
april
2016

Posted by JoGo

Posted in Zand & PPS?

0 Comments

Hoog boven het perceel ruigte, ingesloten tussen drie bosranden en de hoge rij berken die een voormalige landbouwweg – nu fietspad – afschermden, was het al behoorlijk druk toen Giel even voor negen wakker schrok uit z’n late siësta.

Mooi belicht door de ondergaande zon maakten zes rosse vleermuizen vlijtig werk van hun voorgerecht.

Als Giel naar boven had gekeken, zou zelfs hij zich verbaasd hebben over die rondjes draaiende grote zwaluwen boven de boomtoppen. Maar zo’n dertig meter voor hem eiste een andere rossige vlek al z’n aandacht op. Oren en geweitje staken net uit boven een expansieve braamstruik, die vanuit de bosrand de belendende nieuwe natuur verkende.
Linkerpoot vooruit – omkijken. Effe knabbelen. Rechterpoot vooruit – omkijken. Weer even knibbelen. Terwijl de bok stap voor stap de dekking verliet, gelokt door het gras en de kruiden die de voorbije lente en zomer uit de zaadbank van de voormalige maïsakker waren opgeschoten, slaagde Giel erin om ongezien en ongehoord z’n loop in stelling te brengen.

“Zo’n grote ogen, en zo slecht zien”, Giel kon er na al die jaren nog altijd niet aan uit.

Nu, hij vond het best zo. Hij prees zich gelukkig dat hij, niet zoals Harrie Dreesen, vrij was van de Bambi-ziekte. Verdomme, met alle uren die Dreesen op de hoogzit sleet zou hij al halverwege de openstellingsperiode z’n afschot binnen moeten hebben. Maar Harrie, die met zichtbaar plezier pluizige jonge vosjes vers uit de burcht het licht uit mepte, of glunderend de nieuwste oogst in de kraaienval – kraai of geen kraai – de kop uit trok, kreeg de krop in de keel als hij recht in de bolbruine ogen van een ree keek.

“Ogen dicht, aan een vos denken, en schieten! Is dat dan zo lastig?”

Blijkbaar wel, dus.

Comments are closed.