Camping Balkenhof
Neerlo was voor Ernst en Jacqueline Visser geen toevallige keuze. Jarenlang waren ze vaste gasten geweest op camping Balkenhof, tijdens de zomermaanden een heuse Nederlandse gated community verscholen tussen de dennenbossen.
Een tijdelijke en seizoensgebonden immigratie die zich ieder jaar grotendeels ongezien voltrok.
Alleen tijdens de wisselweekends veroorzaakten de traag rijdende, zoekende caravans met geel-zwarte kentekens nog wel eens ergernis bij de gehaaste autochtonen die niet snel genoeg tussen de eigen lintbebouwing door konden jakkeren.
Ergernis waar de lokale middenstand niet in deelde. Want iedere zaterdagmiddag liep de superette vol met zoekende tijdelijke klanten – “Hé, je hoeft hier geen muntje voor het karretje!” – die oprecht blij waren ook hier een assortiment bami- en nasiproducten aan te treffen, hetzij als verse kant-en-klaar-maaltijd, dan wel als droge kruiden- en sauzenmix. Nederland, mixland.
Toeristen die een dag later, voor de toonbank van de bakker de wachtende Neerlonaren met hun vaste boodschappenlijst behoorlijk op de zenuwen zouden werken door hun uitgebreide bevraging van de inschikkelijke winkeldames over de uitgestalde calorieën.
“Lekker toch, verse broodjes op zondag? En taart!”